Icarusblauwtje

Polyommatus icarus

Vliegtijd en gedrag
Begin mei-begin oktober in twee, soms drie overlappende generaties. De vlinders voeden zich met nectar van vooral vlinderbloemigen en vliegen meestal laag boven de vegetatie. De vlinders brengen de nacht door in groepjes, waarbij ze met de kop naar beneden in de vegetatie hangen.

Levenscyclus
De rups is vrijwel het hele jaar door aanwezig. Jonge rupsen eten van het tussenweefsel van het blad; de buitenlaag blijft intact. Grotere rupsen eten het hele blad. De soort overwintert als rups in de strooisellaag of laag tegen een stengel van de waardplant. De verpopping vindt plaats op de grond.

ei-afzet
Het vrouwtje zet de eitjes afzonderlijk af op de bovenzijde en aan de basis van jonge bladeren aan de top van een plant. De gekozen planten staan doorgaans in een korte vegetatie met meerdere bijeen. Vrouwtjes van de eerste generatie zetten de eitjes vooral af op kleine klaver, vrouwtjes van latere generaties gebruiken met name rolklaver.

rups en verpopping
Aanvankelijk mineert de jonge rups in het blad, dat wil zeggen dat alleen het tussenweefsel van het blad wordt gegeten; de buitenlaag blijft intact. Dit rupsje leeft dus in het blad. Latere stadia van de rups leven aan de buitenzijde en eten het hele blad. Halfvolgroeide rupsen overwinteren in de strooisellaag of laag tegen de stengel van de waardplant. Rupsen worden zelden, en alleen in het laatste stadium, bezocht door mieren, poppen worden soms meegenomen naar het nest.

vlinders
De eerste vlinders verschijnen eind april. De dichtheid is doorgaans hoog, zo´n 24 tot 124 individuen per hectare. Ze voeden zich met nectar van hoofdzakelijk vlinderbloemigen maar ook andere kruiden worden bezocht. De vlinders overnachten vaak in kleine groepjes in beschutte graspollen. Twee tot drie vlinders zitten dan met de kop naar beneden op een grasspriet. In de vroege ochtend en de late namiddag zijn ze geregeld te zien op deze gezamenlijke rustplaatsen. Mannetjes zijn territoriaal of houden patrouillevluchten om vrouwtjes te zoeken. Ze verdedigen hun territorium vanuit vaste punten en achtervolgen allerlei vliegende insecten. Uit experimenten blijkt dat mannetjes vaker blauwe dan anders gekleurde vlinders benaderen en verjagen. Tijdens de balts vliegen mannetje en vrouwtje met een snelle vleugelslag en hangen secondenlang achter elkaar ´stil´ in de lucht. Wordt het paar niet verstoord door andere mannetjes, dan landen zij op of tussen de vegetatie. Het mannetje loopt dan achter het vrouwtje aan, terwijl beide vlinders de vleugels op en neer bewegen, waarna de paring volgt.

Waardplanten
Diverse vlinderbloemigen; vooral kleine klaver, rolklaver en hopklaver.

Habitat
Allerlei kruidenrijke vegetaties, zoals halfnatuurlijke graslanden, lage pioniersvegetaties, parken, wegbermen en dijken.

Bron: https://www.vlinderstichting.nl/