Herkenning – 2,5-3,5 mm. Klein lieveheersbeestje dat direct te herkennen is aan de citroengele kleur en de zwarte stippen.
Verspreiding – Algemeen en in heel Nederland te vinden.
Biotoop – Ze wordt vooral gevonden op kruiden zoals schermbloemen maar komt ook veel voor op struiken en bomen zoals bijvoorbeeld eik.
Activiteitsperiode adult – Vooral gevonden van april tot september, wordt naar het einde van de zomer algemener en is in augustus het talrijkst.
Overwintering – Dicht bij de grond in de kruidlaag en soms in klimop.
Voedsel – Net als het zestienstippelig lieveheersbeestje en het meeldauwlieveheersbeestje leeft ze niet van bladluizen maar van meeldauw.