Steenrode heidelibel

Korenbouten. Zeer algemeen.

Kenmerken
35-40 mm. Poten zwart met gele strepen. Dijen van de voorste poten meestal tweekleurig: zwart-geel, soms met nog een zwart veegje in het geel. Het zwarte streepje op het voorhoofd (tussen de ogen) loopt langs de oogranden naar beneden (de zogenaamde ‘hangsnor’). Mannetje: achterlijf met een subtiele, maar meestal duidelijke knotsvormige verbreding aan het uiteinde. Uitgekleurde mannetjes krijgen een rood achterlijf: meestal iets donkerder dan de bruinrode heidelibel, maar lichter dan de bloedrode heidelibel. De zijkant van het borststuk verkleurt naar bruin, met vage lichtere delen. Jonge mannetjes lijken qua kleur op vrouwtjes. Vrouwtje: achterlijf geel, later verkleurend tot bruin. Aan de zijkant van het achterlijf staan zwarte streepjes, die geen doorlopende streep vormen. Legschede in zijaanzicht haaks van het achterlijf afstaand: opvallend zichtbaar.

De vorm van de hamulus (mannetjes) en legschede (vrouwtjes) kan uitsluitsel geven bij het determineren van heidelibellen. Het dier moet hiervoor echter worden gevangen en met een loep worden bekeken.

Uiterlijk van de larve
Lengte 15-19 mm.
Een kleine korenbout met een lange zijdoorn op segment 9.
De achterrand van de buikplaten (sterniet) 7 en 8 zijn zonder een rij borstelharen. De rugdoornen zijn over het algemeen zwak ontwikkeld, maar variabel van zowel vorm als grootte. De larvehuidjes zijn variabel van kleur.

Levenscyclus
De steenrode heidelibel heeft een eenjarige levenscyclus en overwintert als ei. De eieren komen in het voorjaar uit, waarna de larven zich snel ontwikkelen. Uitsluipen vindt plaats van begin juni tot eind september, met een piek van eind juli tot begin september.

De larvenhuidjes zijn meestal tot maximaal enkele decimeters hoogte in de oevervegetatie te vinden.

In het water zwellen de eieren met een gel-omhulsel op.

Leefomgeving van de larve
De larven leven tussen waterplanten, of tussen modder op de bodem.

Habitat
Allerlei stilstaande en zwak stromende watertypen, met veel zon. De steenrode heidelibel is in tegenstelling tot de bruinrode heidelibel geen pioniersoort en komt vooral voor op plaatsen met een goed ontwikkelde oevervegetatie.

Bron: www.vlinderstichting.nl/libellen/overzicht-libellen/details-libel/steenrode-heidelibel